Dwangstoornis wordt vaak verward met een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis. Kinderen en jongeren met een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis hebben doorgaans juist niét de neiging rituele handelingen uit te voeren zoals zeer vaak handen wassen of telkens controleren of de deur op slot zit, terwijl dit een zeer specifiek kenmerk is van een dwangstoornis. Kinderen en jongeren met dwangmatige persoonlijkheidsstoornis streven vooral naar perfectionisme en ervaren spanningen als dingen in het dagelijks leven niet gaan zoals ze van tevoren dachten of hoopten.
Sam (16 jaar) wilde overal de regie over houden
‘De behandeling was confronterend en zwaar, ik twijfelde vaak of dit me daadwerkelijk zou helpen van mijn dwanggedachten en dwangmatig handelen af te komen. Alle plezier in het uitgaan met vrienden was verdwenen. Langzaam maar zeker merkte ik dat ik minder de neiging had overal de regie over te willen houden en spreek ik intussen vaker af met vrienden om samen wat leuks te ondernemen. De dwangmatige gedachten en handelingen begonnen tijdens de behandeling telkens meer op de achtergrond te raken. Wel vind ik het spannend of ik dit vol ga houden als ik in mijn leven weer wordt geconfronteerd met nare gebeurtenissen.’ Sam, 16 jaar
De dwangmatige gedachten en handelingen begonnen tijdens de behandeling telkens meer op de achtergrond te raken.
– Sam (16) uit Bussum